De cursiefgedrukte tekst is de vertaling van de tekst zoals deze op de website van de Via Alpina staat. De foto’s met onderschriften zijn echter mijn eigen keuze.
Verklaring van de tekens*) bij de zwaarte van de etappe:
I Wandelweg (breed zonder open stukken)
II Bergweg (deels smal en onbeschermd)
III Alpiene weg (met kabels gezekerd of bijzonder onbeschermd liggend, grof mengsel van sneeuw en ijs, zeer grof bergpuin)
*) In de website van de Via Alpina zijn de tekens één, twee of drie “bergschoenen”;– deze zijn hier vervangen door Romeinse cijfers.
Etappe D1: Riale–Alpe Vannino
zwaarte: I wandeltijd: 3h45 afstand: 11,6 km hoogteverschil: ↑ 966m ↓5 14m
Vanaf Riale loopt men over de verharde weg naar de watervallen van Toce/Tosa, waar een steil pad uitkomt op de verharde weg naar Canza/Früttwald. Nu verloopt de weg bergop door het bos naar de stuwdam van het Vannino Stuwmeer. Links ligt de Myriam Hut en direct aan de stuwdam de Vannino-Margaroli Hut.
Een gemakkelijkere variant: vanaf Canza leidt ook een semiverharde weg naar het bergstation van de stoeltjeslift; vanaf het station loopt men dan weer verder over een wandelpad.

it.wikipedia.org/wiki
Het beginpunt van de Blauwe Route, Etappe D1, is tevens het eindpunt van de Etappe R92 resp. beginpunt van de Etappe R93 van de Rode Route.
Etappe D2: Alpe Vannino–Alpe Deveno
zwaarte: II wandeltijd: 3h45 afstand: 14,2 km hoogteverschil: ↑ 748m ↓ 1.299m
Vanaf de Margaroli Hut loopt men langs het Vannino Meer; men gaat bergop via een pad over uitgestrekte weidegronden naar de Scatta Minoia Pas, waar het Conti Bivak ligt. De weg gaat over puinvelden verder naar Forno Inferiore, langs het meer van Devero. Dan gaat men door een weidegebied langs Crampiolo naar de Alpe Devero.
Etappe D3: Alpe Deveno–Binn
zwaarte: III wandeltijd: 4h20 afstand: 12,6 km hoogteverschil: ↑ 616m ↓8 30m
Vanaf de Alpe Devero loopt men door open bos omhoog naar het Rossa Plateau. In een onherbergzaam gebied met vele kleine smeltwatermeertjes bereikt men de Geisspfad Pas (Passo della Rossa), de grens met Zwitserland. Men loopt verder aan de rechteroever van het Geisspfadmeer en het Mässermeer naar de Mässeralp. Door het bos afdalend bereikt men Binn, dat beroemd is wegens zijn mineralenmijn van Lengbach.

en.wikipedia.org/wiki
Etappe D4: Binn–Rosswald
zwaarte: I wandeltijd: 5h40 afstand: 17,2 km hoogteverschil: ↑ 1.100m ↓ 533m
Men loopt vanaf Binn het dal uit tot aan de toegang tot de tunnel van de autoweg. Hier klimt men naar de oostelijke flank van de Breithorn en loopt over de bergweg. Boven Heiligkreuz buigt men af in het Saflisch dal en klimt langzaam op naar de Saflisch Pas. Vanaf hier volgt men de bergweg tot aan Rosswald, het eindpunt van de etappe.

de.wikipedia.org/wiki
Uitgebreide beschrijving van de route
Men verlaat Binn langs de Kapel van de Heilige Antonius en over de stenen boogbrug en volt de kerkweg naar Wilere, met de parochiekerk St. Michael, die het middelpunt van dit dal vormt. Tot haar kerkschat behoort een 55 cm hoog, verguld processiekruis van messing en berkristallen. De voetweg door het bos volgend bereikt men een ander sacraal gebouw, de kapel van de Heilige Sebastiaan in Ze Binne. Over de voetgangersbrug aan het bovenste einde van het stuwmeer komt men op de wandelweg die naar de Martischmatta omhoog leidt. Door bos en over velden gaat de we naar beneden naar Heiligkreuz, waar in de kapel die een beschermd monument is, barokaltaren te vinden zijn. In deze bedevaartkapel wordt een relikwie van het kruis van Christus gewaard. Blijkbaar hebben kruisridders die hier langs gekomen zijn, dit aan het godshuis geschonken. Over een licht stijgende weg bereikt men door het Chelliwald bos Sickerchäller en de Stafel Ati Mäschitta in het Saflisch dal. Vanaf nu gaat het steiler omhoog. De weg leidt over alpenweiden naar de hoogvlakte van Tanzbede, dat direct onder de Bättlihorn ligt. Achteromkijkend herkent men over de weiden vol prachtige kleuren, de lariksen en de donkergroene sparren de berg Ofenhorn in het achterste Binn dal met zijn ijskap. Licht klimmend komt men bij de Saflischpas en geniet daar va een schitterend uitzicht op de Wasenhorn, Simplon en over het Rhônedal. Van de pas dalend bereikt men Fleschbode en over de met ras begroeide berghellingen de Saflischmatte. Langs hutten, chalets en de oude kapel loopt men Rosswald binnen. Deze kleine vakantieplaats ligt op een bergrug en van daar uit heeft men een weids uitzicht over het Rhônedal, en wel van Montana tot in het Goms.
(Schweizer Wanderwege)
Natuurlijk en cultureel erfgoed
Kapelle des Heilig Kreuzes. De nederzetting Heiligkreuz ligt in het Leng dal. Het gehucht (Maiensäss) tussen Chumme- en Chriegalwasser bestaat uit eenvoudige, tussen 1611 en 1786 gebouwde huizen. Die rond 1678 gebouwde kapel van het Heilige Kruis heeft een ongebruikelijke, kruisvormige plattegrond. Het hoogaltaar met het jaartal 1681 is waarschijnlijk, net als de beide barokke zijaltaren “oprichting van het kruis” en “kruisafname”, afkomstig uit een beeldhouwersatelier in het Untergoms. In het koor bevinden zich acht votiefbeelden, die als dank voor het verhoren van gebeden geschonken zijn. Een van de votief-giften was een boomachtige standaard waaraan een halsboei hing, die echter in 1918 ontvreemd is. Het in 1741 van het Kapucijner Hospiz Emen als geschenk gekregen relikwie van het Kruis van Christus hebben zeker de bedevaart naar de kapel bevorderd. Zij behoort tot de meest bezochte bedevaartoorden van het Goms. In het neergelegde Pelgrimsboek schrijven jaarlijks meer dan 3000 pelgrims hun naam.
(Schweizer Wanderwege)
Nadere informatie over deze etappe:
Lees a.u.b. het blog over het eerste gedeelte van deze Etappe van 29 september 2019.
Etappe D5: Rosswald–Simplonpass
zwaarte: II wandeltijd: 10h10 afstand: 24,1 km hoogteverschil: ↑ 1.049m ↓ 926m
Van Rosswald loopt men op gelijkblijvend niveau langs de Kapel van Stafel en de Bortelhütte om het Ganter komdal heen. Vanaf Rothwald gaat men steil omhoog naar Mäderlicke en steekt vervolgens de helling onder de Chaltwassergletsjer over naar het eindpunt van deze etappe op de Simplonpas.

de.wikipedia.org/wiki
Etappe D6: Simplonpass–Zwischbergen
zwaarte: I wandeltijd: 6h10 afstand: 17,9 km hoogteverschil: ↑ 1.246m ↓ 1.890m
Op de oude bergweg, ook wel de Stockalperweg genoemd, verlaat men de Simplon Pas in zuidelijke richting en passeert het Alte Hospiz. Kort na Simplon Dorf steekt men de pasweg over en loopt naar beneden naar de Kapel van Gabi. Van daaruit klimt men naar de pasovergang van de Furggau Pas. Vanaf hier gaat men over de linkerflank van het dal naar Zwischbergen, het eindpunt van de etappe.

en.wikipedia.org/wiki
Uitgebreide beschrijving van de route
Men verlaat Simplon Kulm langs de rechterzijde van de pasweg en langs het standbeeld van de stenen adelaar. Dit monument is gedurende de grensbewaking tijdens de Tweede Wereldoorlog door een “Gebirgsbrigade” gebouwd. De Simplonpas was al in de Middeleeuwen een belangrijke overgang die het Wallis met Noord-Italië verbond. De bekende handelsman Jodok von Stockalper gebruikte de route voor zijn handel net als later Napoleon deed. Daarvan getuigt het hospiz dat Napoleon liet bouwen en dat vandaag de dag wordt bewoond door kanunniken en dat wordt gebruikt als ontmoetingsplaats. Men ziet dit Hospiz aan de linker kant wanneer men de pashoogte verlaat en afdaalt in de brede vlakte rond de pas. De weg loopt vlak langs de pasweg. Al snel bereikt men het “Alte Spittel”. Het gebouw is in 1650 door Jodok von Stockalper gebouwd. Het gaf onderdak aan wandelaars en kooplieden tot in het jaar 1831. Daarna werden de taken overgenomen door het Hospiz op de pas. De weg gaat verder over de Stockalperweg over oude bestratingen, langs muren, weiden en lichte bossen. Steeds weer komt men stenen huizen tegen waar vroeger goederen werden opgeslagen of paarden gewisseld werden. Men passeert het Engiloch en Egga en bereikt zonder moeite het dorp Simplon-Dorf. Hier is een bezoek aan het Eco-Museum de moeite waard om nogmaals de bewogen geschiedenis van de Simplonpas de revue te laten passeren. De oude pasweg volgend gaat men onder de nieuwe pasweg door en daalt af naar Gabi, waar ooit de splitsing van de smalle handelsweg (“Säumerweg”) naar Gondo of naar de Feerberg was. Vanaf hier loopt de weg over deels geplaveide handelsweg over de pashoogte Furggu. Ook hier komt men steeds weer sporen uit de tijd van Stockalper tegen. Na de pasovergang loopt men over de bergweg het Zwischbergental dal naar beneden naar het gelijknamige plaatsje Zwischbergen.
(Schweizer Wanderwege)
Natuurlijk en cultureel erfgoed
Simplon-Dorf
Simplon-Dorf, het kleine bergdorp aan de zuidzijde van de pas, ligt op 1.470 m en staat bekend om zijn door Italië beïnvloede bouwstijl. De imposante daken met de granietplaten en de smalle met keien geplaveide steegjes geven het dorp zijn karakteristieke uiterlijk. Simplon-Dorf kent een lange en interessante geschiedenis. Ook de grote Stockalper had hier zijn opslagloodsen. Hij kocht het onderste gedeelte van de oude toren en maakte daar een “Suste”, een ruimte voor goederenoverslag, van. Dit bouwwerk is helaas niet meer te zien. Het stortte in oktober 1892 in. Stockalper bezit in Simpelen, zoals Simplon-Dorf ook wel genoemd werd, behalve andere gebouwen ook een zouthuis. De huidige pasweg laat Simplon-Dorf tegenwoordig “links liggen”, maar men kan als alternatief de oude route door het dorp kiezen. Dit is zeer aan te raden: in het “Altes Gasthaus” bevindt zich het museum- en administratieve centrum van het Eco-Museum Simplon. Hier wordt de “Leefruimte Simplon” getoond met als zwaartepunten economie, cultuur en politiek; bovendien bevindt zich hier de zetel van de Stichting.
Gondo/Zwischbergen
Toen in de 13e eeuw het transitverkeer over de Simplonpasweg in omvang toenam, raakten de Walliser steeds meer geïnteresseerd in de grensdalen Val di Vaira (Zwischbergen), Laginasca en Fraxinodo. In de loop der tijd werd de naam Vaira naar Zwischbergental dal omgezet, Laginasca naar Lagünschen of Lagginatal dal, Fraxinodo naar Alpien en Gondo naar Ruden. Door de nauwe Gondo-Kloof, die lange tijd als onbedwingbaar werd beschouwd, liep al de oude handelsweg (Saumstrasse) van Kaspar Jodok von Stockalper, die de gehele weg in de 17e eeuw vanaf Brig tot door de Gondo-Kloof liet uitbouwen. Dat maakte dat grote hoeveelheid handelsgoederen over de Simplonpas werden geleid. In 1666 werd het Hospiz bij de pashoogte voltooid en in 1685 was de zeven verdiepingen tellende toren in Gondo klaar. In Gondo en Zwischbergen voltrekt zich een grote ommezwaai in de economische verhoudingen. De boeren laten de landbouw achter zich en gaan werken in de bouw, de kalkovens, goudmijnen of worden voermannen bij het transport of medewerkers in de Hospizen. Toen Napoleon tussen 1800 en 1805 opdracht gaf om de Simplonpasweg voor zijn militaire doeleinden te bouwen om met zijn troepen snel naar het zuiden te kunnen gaan, werd de Gondo-Kloof die tot dan toe slechts begaanbaar was met paarden of muildieren, ook geschikt gemaakt voor voertuigen.
Sinds het Kanton Wallis in 1815 is toegetreden tot Zwitserland is Gondo een grensplaats. Dat anders eerder rustige dorp heeft op 14 oktober 2000 de krantenkoppen gehaald. Met oorverdovend geraas stort een enorme modder- en steenlawine vanuit het Zwischbergental dal door Gondo en vernielt 10 huizen en een gedeelte van de oude Stolkalpertoren. Elf mensen vinden de dood.
(Schweizer Wanderwege)
Nadere informatie over deze etappe:
Lees a.u.b. het blog over een gedeelte van deze Etappe van 3 oktober 2019 (van Simplon-Dorf naar de Simplon Pas – het slot van de etappe in de tegengestelde richting).
Etappe D7: Zwischbergen–Alpe il Laghetto
zwaarte: II wandeltijd: 6h afstand: 15,5 km hoogteverschil: ↑ 977m ↓ 418m
Een interessante etappe over een eenvoudige weg die door het bovenste deel van het Bognanco dal loopt. Men verlaat Zwischbegen in oostelijke richting naar de Passo di Monscera, waar men de grens met Italië oversteekt. De wegen zijn goed aangegeven en doorkruisen hoogvlakten en weiden, door een paar open bospercelen onderbroken. In de buurt van de Alpe il Laghetto Hut is de route iets moeilijker te herkennen.

de.wikipedia.org/wiki
Etappe D8: Alpe di Laghetto–Rifugio Andolla
zwaarte: II wandeltijd: 3h05 afstand: 7,7 km hoogteverschil: ↑ 295m ↓ 345m
Deze etappe gaat over lieflijke weiden met prachtig uitzicht, ook al is de weg op sommige stukken nogal onbeschermd, langs de grens tussen Italië en Zwitserland. Indrukwekkend zijn de alpenmeren onderweg, vooral op de Alpe Campo en de Alpe Pontimia.
Een gemakkelijkere variant: een onbeschermde en slecht aangegeven gedeelte van de route tussen de Arsago Seprio Hut en de Pas op de grens met Zwitserland.

de.wikipedia.org/wiki
Etappe D9: Rifugio Andolla–Antronapiana
zwaarte: I wandeltijd: 2h30 afstand: 8,5 km hoogteverschil: ↑ 0m ↓ 1.005m
Deze etappe is aangenaam en gemakkelijk, die vooral mooi is rond het Cavalli Meer. Vanaf Cheggio kan men de verharde weg vermijden door een oude bergweg te kiezen, die echter op sommige punten wat dichtgegroeid is.

de.wikipedia.org/wiki
Etappe D10: Antronapiana–Madonna della Gurva (Molini di Calasca)
zwaarte: II wandeltijd: 6h350 afstand: 14,6 km hoogteverschil: ↑ 886m ↓ 1.279m
Deze etappe verloopt in eerste instantie over bergwegen en semiverharde wegen. De klim naar de Alpe Colma gaat daarentegen door mooie beukenbossen, waarbij men een schitterend uitzicht heeft. Steil afdalend komt men in Porcareccia en in het dal in Molini di Calasca.

de.wikipedia.org/wiki
Etappe D11: Madonna della Gurva (Molini di Calasca)–Campello Monti
zwaarte: II wandeltijd: 10h30 afstand: 25,3 km hoogteverschil: ↑ 1.447m ↓ 571m
Vanaf Madonna della Gurva gaat men door bossen en over graslanden naar de Alpe Camino en verder naar de Alpe Lago. Na het passeren van de vervallen berghut loopt men verder naar de Usciolo Pas en dan bergaf naar Campello Monti.

www.klingenfuss.org
Etappe D12: Campello Monti–Santa Maria di Fobello
zwaarte: II wandeltijd: 5h30 afstand: 14,3 km hoogteverschil: ↑ 573m ↓ 774m
Vanaf Campello Monti is de weg steil, maar begaanbaar en loopt door bossen en over graslanden. Na de Campello Monti Pas gaat men bergaf naar het plaatsje Roncaccio en over een vlakke weg, deels over kleine rotsen, door een bos van beuken en dennen. Vanaf de Alpe Res bereikt men uiteindelijk de plaats Belvedere di Fobello bij Santa Maria.

www.caivarallo.it
Etappe D13: Santa Maria di Fobello–Carcoforo
zwaarte: II wandeltijd: 5h afstand: 10,9 km hoogteverschil: ↑ 907m ↓ 669m
Men loopt door het Mastellone dal weer omhoog naar de Barnanca Pas en steekt over naar de Egua Pas. Bij de steile afdaling komt men langs de Boffalora Hut en langs de Egua beek tot aan het plaatsje Carcoforo.

it.wikipedia.org/wiki
Etappe D14: Carcoforo–Rifugio Ferioli
zwaarte: I wandeltijd: 7h50 afstand: 11,3 km hoogteverschil: ↑ 1.565m ↓ 665m
Een zeer lange etappe met aanzienlijke hoogteverschillen, die in twee etappen kan worden opgedeeld wanneer men een overnachting in Rima inlast. Vanaf Carcoforo klimt men naar de Termo Pas en daarna daalt men over vele hoogtemeters af naar Rima. Een tweede lange klim leidt naar de Mud Pas, waar de Ferioli Hut vlakbij ligt.

commons.wikimedia.org/wiki
Etappe D15: Rifugio Ferioli–Sant’Antonio di Valvogna
zwaarte: I wandeltijd: 3h45 afstand: 10,2 km hoogteverschil: ↑ 439m ↓ 1.325m
Vanaf de Ferioli Hut daalt men steil af naar Pedemonte en gaat over uitgestrekte graslanden naar de Mud Alm; vandaaruit vervolgt men zijn weg door het bos. Vanaf Pedemonte volgt men het dal, loopt door Alagna Valsesia en komt in Riva Valdobbia aan. Na een klim door het Vogna dal bereikt men het kleine plaatsje Sant’Antonio.

en.wikipedia.org/wiki
Etappe D16: Sant’Antonio di Valvogna–Gressoney-Saint-Jean
zwaarte: II wandeltijd: 6h05 afstand: 12,5 km hoogteverschil: ↑ 1.592m ↓ 1.587m
Van Sant’Antonio klimt men het Vogna dal in en verlaat de waterloop om bij de Alpe Larecchio aan te komen en vandaar naar de Valdobbia Pas en de Ospizio Sottile Hut te gaan. Vanaf de Pas bereikt men het Aosta dal over een oude handelsweg. Deze weg loopt over weiden en door een beschermd gebied dat rijk is aan alpine fauna en flora, en daalt uiteindelijk af in het dal naar Gressoney-Saint-Jean.

en.wikipedia.org/wiki
Etappe D17: Gressoney-Saint-Jean–Piedicavallo
zwaarte: II wandeltijd: 6h55 afstand: 16,4 km hoogteverschil: ↑ 1.286m ↓ 1.626m
Deze etappe gaat over alpenweiden, door gemengd bos en oude Walser dorpen naar de Lazouneye Pas en de Mologna Grande Pas. Vanaf de pasovergang loopt men verder over semiverharde wegen en grashellingen bergaf naar de Rivetti Hut. Dan volgt nog een lange afdaling naar beduidend lagere regionen en die tot aan het dorp Piedicavallo leidt.

en.wikipedia.org/wiki
Etappe D18:Piedicavallo–Issime
zwaarte: II wandeltijd: 6h15 afstand: 18,1 km hoogteverschil: ↑ 2924m ↓ 2.986m
Vanaf Piedicavallo volgt men de oude verbindingsweg met de Vecchia Pas, waarover vroeger goederen tussen Piemonte en het Aostadal vervoerd werden. De afdaling wordt gevormd door een bergweg met 400 bochten. Het landschap bestaat uit dichte bossen en plekken met alpenrozen. Van betekenis is de nog altijd behouden architectuur van de Walser dorpen.

Etappe D19: Issime–Challand-Saint-Victor
zwaarte: II wandeltijd: 8h55 afstand: 16,5 km hoogteverschil: ↑ 1.129m ↓ 1.511m
Vanaf het Gessoney dal gaat de weg steil omhoog door Walser nederzettingen, bosgebieden en het moerasland van Munes tot aan de Dondeuil Pas (2.388m). Op dit punt reikt het oog van Mont-Blanc tot aan Gran Paradiso. Men daalt af het Avas dal in.

fr.wikipedia.org/wiki
Etappe D20: Challand-Saint-Victor–Covarey
zwaarte: II wandeltijd: 5h55 afstand: 18,95 km hoogteverschil: ↑ 984m ↓ 422m
Deze etappe wordt beheerst door de Waterval van Isollaz, de Kerk van de Heilige Préjet, de middeleeuwse burcht van Villa en de imposante vesting van Verrès. De etappe eindigt in Covarey, in het hart van het Regionale Natuurpark van Mont Avic.

commons.wikimedia.org/wiki
Etappe D21: Covarey–Rifugio Dondena
zwaarte: II wandeltijd: 8h30 afstand: 15,94 km hoogteverschil: ↑ 965m ↓ 130m
Men gaat door een dicht bos van bergdennen (pinus uncinata) in het Regionale natuurpark van Mont Avic, langs meerdere alpenmeren tot in een karige omgeving zonder begroeiing, die kenmerkend is voor rots- en puingebieden.

fr.wikipedia.org/wiki
Etappe D22: Rifugio Dondena–Alpe Péradza
zwaarte: II wandeltijd: 5h00 afstand: 12,077 km hoogteverschil: ↑ 440m ↓ 99m
Deze etappe is op drie manieren van belang: als klassieke route waarover men vroeger de markten in het nabije Piemonte bereiken kon, als oude jachtweg die op bevel van Koning Vittorio Emanuele II. onderhouden werd en als pelgrimsweg naar een belangrijk bedevaartsoord. De weg loopt door een groen ingezonken gebied, langs een rotswand en langs twee grote meren.

fr.wikipedia.org/wiki
Etappe D23: Alpe Péradza–Bivacco Bausano
zwaarte: II wandeltijd: 3h25 afstand: 9,8 km hoogteverschil: ↑ 239m ↓ 893m
Over de Ariettaz Pas, een van de hoogste punten van Via Alpina, komt men in Piemonte en bereikt de Bausano Hut. Dan gaat men de berghelling weer op naar de Borra Pas; daarna maakt men de laatste afdaling in de richting van Piamprato, in een lieflijke omgeving die rijk is aan landschappelijk schoon.

commons.wikimedia.org/wiki
Etappe D24: Bivacco Bausano–Ronco Canavese
zwaarte: II wandeltijd: 4h25 afstand: 12,33 km hoogteverschil: ↑ 814m ↓ 1.901m
Als men de Rio Giassetto bereikt heeft, volgt men het dal en klimt naar de Oche Pas op deels moeilijk te herkennen paden met onbeschermde trajectstukken. Aan de kant van Tallorno gaat men aan de linkeroever van de rivier bergaf naar de Pra Alm en verder over graslanden naar Tallorno.

de.wikipedia.org/wiki
Etappe D25: Ronco Canavese–Talosio
zwaarte: II wandeltijd: 4h40 afstand: 13,24 km hoogteverschil: ↑ 1.263m ↓ 981m
Dit wordt een zeer lange etappe met aanzienlijke hoogteverschillen. Het verloop van de route is niet altijd duidelijk te herkennen, vooral in de hogere gebieden is goed zicht een vereiste om de richting te kunnen bepalen. Vanaf Tallorno bereikt men Ronco Canavese over de Burè Pas en de Prà Pas.

de.wikipedia.org/wiki
Etappe D26: Talosio–San Lorenzo
zwaarte: II wandeltijd: 6h afstand: 15,68 km hoogteverschil: ↑ 1.696m ↓ 1.874m
In het begin volgt men de verharde weg in het dal. Daarna leidt een gemakkelijk pad bergop over de alpenweiden tot aan de Crest Pas. Over steile grashellingen daalt men af naar het bedevaartsoord Prascondù. Het vlakbij gelegen Talosio kan men van hieruit over een verharde weg bereiken.

it.wikipedia.org/wiki
Etappe D27: San Lorenzo–Noasca
zwaarte: II wandeltijd: 4h05 afstand: 12,26 km hoogteverschil: ↑ 835m ↓ 812m
Op deze etappe bereikt men het Piantonetto dal, een zijdal van het Orco dal. De weg loopt grotendeels binnen de grenzen van het Nationale Park Gran Paradiso. Van Talosio naar San Lorenzo bereikt men bijna 2.200 meter boven zeeniveau, tijdens een aangename tocht door een typisch alpine omgeving met de karakteristieke weiden, bossen en de prachtige vergezichten.

nl.wikipedia.org/wiki
Etappe D28: Noasca–Ceresole Reale
zwaarte: II wandeltijd: 4h00 afstand: 10,67 km hoogteverschil: ↑ 1.021m ↓ 573m
Een lange etappe die weer in het Orco dal teruggaat tot aan Ceresole Reale met het gelijknamige grote stuwmeer. Men loopt langs de zuidgrens van het Nationale Park Gran Paradiso, op een lange rij van verharde wegen, bergwegen en paden, op min of meer gelijke hoogte langs de flanken van het dal. Halverwege ligt de plaats Noasca.

it.wikipedia.org/wiki
Etappe D29: Ceresole Reale–Pialpetta
zwaarte: II wandeltijd: 6h05 afstand: 13,5 km hoogteverschil: ↑ 1.172m ↓ 1.612m
Over de Crocetta Pas verlaat men het Locana dal in de regio van Canavese en komt het Grande dal binnen, onderdeel van de Lanzo dalen. Deze typische etappe die twee dalen verbindt, wordt gekenmerkt door een lange klim vanaf Ceresole Reale, gevolgd door een lange afdaling tot aan Pialpetta aan de Stura rivier in het Grande dal.

it.wikipedia.org/wiki
Geef een antwoord